Carnaval 2020: Stilte ná de storm
The day after… Het gehoor is nog dof (dank je wel, Ger & Mies) mijn eens zo galante pullogen zijn ver weggezakt in mijn oogkassen en eigenlijk weet ik niet eens meer of ik nu in Schoenlapperslaand was of Turfstekerslaand, afgelopen dagen. Komt misschien ook omdat René van Boxtel zaterdag in de Ketsheuvel was. Hoe dan ook, de stukjesschrijver van dit carnavalsverhaal is niet bijzonder helder. Het is hem vergeven. Alweer.
Carnaval is meer dan…
Tientallen zo niet honderden Ketsheuvelse burgers zijn er het hele jaar door mee bezig. Alles op alles voor 5 en halve dag ongelooflijk veel leut, plezier en gesjans (kijken mag, niet kopen), Want da’s toch eigenlijk carnaval, of niet? Ja, maar carnaval is ook verbroedering en verbinding tijdens al die zaterdagen en avonden vooraf, als de optochtcreaties gemaakt worden. Samen toewerken naar iets moois, met als doel een grote prijs in het eigen Turfstekerslaand, Theebuikenland of Haorendam, bijvoorbeeld. Die saamhorigheid is een groter goed dan een beetje tegen die bar aan hangen, biertjes achterover tikken en om de anderhalf uur een frikandel speciaal naar binnen laaien. Hoewel die laatste activiteiten ook wel wat hebben. Toch is het op zijn zachtst gezegd niet fijn, als je kort van tevoren aanhoort dat de optocht zondag niet doorgaat…
‘t Was een goei begin
Soms is de veurpret leuker, Jaantje de Grootvorst had er in oktober al gruwelijk veel zin in, om maar eens een voorbeeld te noemen. Ook weet je dat er in Turfstekerslaand veel positieve ontwikkelingen zijn, maar dat sommige dingen nooit veranderen. Dat kan ook al tot voorpret leiden. Heerlijk. Donderdagavond opbouwen bijvoorbeeld. Althans, aanwezig zijn, hier en daar een Alaaf-postertje ophangen, staren met plakband in je hand, wachten tot het eerste biertje wordt getapt. Dat dus. En zo geschiede. Hoogtepunt was toch wel de Kénderoptocht op vrijdagmorgen in de Kets. SOT, Kwartet, burgemeester en ander bestuur present, veul kinderen, iedere school uit Kaatsheuvel en De Moer en… lopen maar! Leuk. Tegenwoordig een happening, zeker nu SOT had bedacht om aan iedere school een bolderkar te schenken, die de kids eigenhandig mochten toetakelen tot iets moois. Leuke vondst! Winnaar der scholen én winnaar van de bolderkarbokaal: Therèske, oftewel de Theresiaschool.
Zaterdag en zondag
Grappigste moment is de sleuteloverdracht. Ieder jaar weer. Soms wordt er iets te lang door getetterd door alle sprekers, maar het is goed bedoeld. SOT-voorzitter Marco Smulders had wat presentjes, evenals Rob Vlemmix uit Moerbiënlaand, Prins Jeroen d’n Irste uit Theebuikenland en tot slot Prins Rob d’n Irste uit Turfstekerslaand, die allen spraken. De ene speech leek verdacht veel op een tonpraot-act, de andere verwees met enige regelmaat naar een bepaalde wethouder, die in de toekomst géén Wethouder Carnavalszaken wilde zijn. Of dacht ie ter plekke toch maar… van wel? In ieder geval: het was voor de rest iets met prijzen, met medailles, met erkenning, met oud-prinsen, met verbroedering tussen drie dorpen en met muziek van de Crooked Nuts, altijd goed!
En toen hop, met blaasorkest naar buiten om de Turfsteker op het plein te onthullen. En er moet worden gezegd (een vrij citaat van weerman Henk Huppelschoten): buiten was het koud en guur, binnen gingde kapot. Als dat op zondag maar goed zou gaan… Op dat moment had daar iedereen nog wel vertrouwen in natuurlijk. Maar halverwege zaterdagmiddag, toen in De Moer (Moerbiënlaand) wél fanatiek aan de optocht was begonnen, besloten SOT, gemeente en andere betrokkenen om op zondag de Turfstekersoptocht te schrappen. Iets met: code geel, code windhoos en géén risico’s. Heel erg treurig en zonde van de inzet van al die carnavalsverenigingen, maar ook hier gold: veiligheid voor alles! Sommigen hebben er echt een traan om gelaten en dat was gezien de investering in hun bouwproject héél begrijpelijk.
Maandag en dinsdag voor de ëchten
Degenen die de zondag hebben overleefd én maandag op komen draven, zijn de echte die-hards. Oké, hun tronies zien er dan wat minder florissant uit, maar het hart voor carnaval staat nog altijd open. Mooi detail: Disco Club Q (spreek uit: Klup Kuuuu) liet weten dat ze 25 jaar bestaat. Een ode aan Ger & Mies, langs deze weg. Je kon het merken. Volume op standje 11 en de bekendste oude én nieuwe carnavalskrakers kwamen voorbij, evenals de jingles van de diverse CV’s. Gaaf! Authentiek.
Wat nu rest (woensdag en verder) is stilte. Stilte na de bijna-storm. Een harinkje misschien, maar voor de rest water en fruit. Om scheurbuik of iets dergelijks te voorkomen. Carnaval was eer top, we hebben er ‘n rimpel bij. De kater was er vooral zondag. Volgend jaar hopelijk een regulier programma, mét opstoet.
Bron: De Duinkoerier, 26 februari 2020